vastbindend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vastbindend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vast·bin·dend
Werkwoord
vervoeging van: | vastbinden |
verbogen vorm: | vastbindende |
vastbindend
vervoeging van: | vastbinden |
verbogen vorm: | vastbindende |
vastbindend