valutacrisis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·lu·ta·cri·sis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van valuta zn en crisis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valutacrisis | valutacrises valutacrisissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de valutacrisis v
- (economie) snelle waardevermindering van een wettig betaalmiddel
- ▸ Veel inwoners van Zimbabwe zijn gefrustreerd over de snel slechter wordende economie, een valutacrisis en corruptie.[1]
- ▸ Duitse media schrijven dat Erdogan het tijdens zijn bezoek aan Duitsland vooral over de economische betrekkingen tussen de twee landen zal willen hebben. Duitsland is een belangrijke handelspartner van Turkije, dat in een valutacrisis verkeert.[2]
Vertalingen
1. snelle waardevermindering van een wettig betaalmiddel
Gangbaarheid
- Het woord valutacrisis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Loyale veteranen keren Mugabe de rug toe” (21-07-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “'Merkel komt niet naar staatsbanket met Erdogan'” (24-09-2018), NOS