valtijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • val·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord valtijd valtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de valtijdm

  1. de tijdsduur die iets nodig heeft om naar beneden te vallen
    • Het is bekend: de meeste topteams treden al jaren met B-elftallen aan in het FA Cup-toernooi, zeker in de eerste paar rondes. De laatste paar jaar stond er valtijd wel een typisch middenmoot- of subtopteam in de finale, zoals Wigan Athletic, Hull City, Aston Villa en Crystal Palace. [1] 
    • Domino day 2001. Verslag van de poging om op een totale vloeroppervlakte van circa 10.000 vierkante meter 3.750.000 dominostenen te laten omvallen en zo het record uit China terug te halen naar Nederland. De 90 bouwers maken gebruik van uiteenlopende hulpmiddelen zoals veiligheidshekjes, kammen en pincetten. De geschatte valtijd is circa 78,5 minuut. [2] 
    • In experiment 5.9 wordt voorgerekend hoe de valtijden zich verhouden van een wc-rol die pardoes naar beneden valt en een waarbij een slip van de papierstrook wordt vastgehouden, dus een die zich al vallend afwikkelt. [3] 
    • De vrije-valtijd in de toren bedraagt bijna vijf seconden. Door de capsule niet van boven te laten vallen, maar vanaf de grond te lanceren zodat hij precies in de top zijn dode punt bereikt, creeert men tijdens de vlucht twee vrije-valperioden van vijf seconden. [4] 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Tubantia Sjoerd Mossou 24-04-17 Schoonheid, spektakel én tragiek
  2. NRC 16 november 2001 Selectie Televisie & Radio
  3. NRC Karel Knip 14 april 2001 Wcrolribbeltjes
  4. NRC 9 januari 1990 Valtoren in Bremen biedt vijf seconden gewichtloosheid
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be