valt aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • valt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvallen

valt (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen
    • Jij valt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen
    • Hij valt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvallen
    • Valt aan! 

Gangbaarheid