val op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- val op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvallen |
val op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvallen
- Ik val op.
- gebiedende wijs van opvallen
- Val op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvallen
- Val je op?
Gangbaarheid
- Het woord val op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.