vakantiehuisjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·huis·jes

Zelfstandig naamwoord

de vakantiehuisjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vakantiehuis
     De brand ontstond bij het dorp Bordezac, bijna 100 kilometer ten noorden van Montpellier en de Middellandse Zee. Ongeveer honderd mensen moesten worden geëvacueerd en zijn ondergebracht in vakantiehuisjes en restaurants. Mensen in het zuiden van Frankrijk worden opgeroepen dit weekend voorzichtig te doen, omdat het risico op branden hoog blijft.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2022 Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl