vache
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
vache | la vache | vaches | les vaches |
Zelfstandig naamwoord
vache v
- koe
- (scheldwoord) rotvent, smeerlap[1]
- (spreektaal) smeris, juut
- «Mort aux vaches!»
- Weg met de politie![1]
- «Mort aux vaches!»
Synoniemen
- [2] belle vache
- [2] vieille vache
- [2] vraie vache
Afgeleide begrippen
- [1] vache laitière
- [1] vache marine
- [1] vacher
- [1] vacherie
- [3] vache à roulettes
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] le placher des vachesde vaste wal (de grond)
- [1] manger de la vache enragéegebrek lijden
- [1] vache à laitmelkkoe: koe om te melken, (figuurlijk) uitgebuit persoon, ding of bedrijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
vache | vaches |
Bijvoeglijk naamwoord
vache
- (informeel) klote, rot, gemeen
- «La prof de math, elle a été vache avec moi, elle m’a enlevé des points à moi et pas aux autres.»
- De wiskundelerares is gemeen tegen me geweest, ze heeft bij mij punten afgetrokken en niet bij de anderen.[1]
- «La prof de math, elle a été vache avec moi, elle m’a enlevé des points à moi et pas aux autres.»