vacant

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vacant    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• va·cant

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbezet’ voor het eerst aangetroffen in 1569

	stellend
onverbogen	vacant
verbogen	vacante
partitief	vacants

Bijvoeglijk naamwoord

vacant

1. vrij, niet bezet

Verwante begrippen

• los, onbelemmerd, onbezet, ontheven, open, vlot, vrijgesteld

Afgeleide begrippen

• vacatie

Vertalingen

    1.   

Engels: vacant (en)

Spaans: libre (es), vacante (es)

Gangbaarheid

• Het woord vacant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vacant" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.