vaarwegbebakening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vaar·weg·be·ba·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van vaarweg en bebakening
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaarwegbebakening | vaarwegbebakeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vaarwegbebakening v
- de borden en andere betonning langs een vaarweg