vaart in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vaart in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
invaren

vaart (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invaren
    • Jij vaart in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invaren
    • Hij vaart in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van invaren
    • Vaart in! 

Gangbaarheid