værbitt

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ʋæːɾbit /

Woordafbreking

• vær·bitt

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  vær zn "weer"  en  bitt bn "voltooid deelwoord van  bite ww  "bijten"" 

Naar frequentie	100039

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	værbitt	værbittere	værbittest
	o enkelvoud	værbitt
	meervoud	værbitte
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	værbitte	værbittere	værbitteste

Bijvoeglijk naamwoord

1. gemerkt door weer, wind en zon, tanig (van personen)
2. gegroefd, verweerd (van land, landschap, gebouwen of iets dergelijks)

   «Bjørnstjerne Bjørnson skrev «Ja vi elsker dette landet, som det stiger frem, furet, værbitt over vannet, med de tusen hjem».»

   Bjørnstjerne Bjørnson schreef: "Ja, we houden van dit land, gegroefd, verweerd, terwijl het oprijst, boven het water, met de duizend huizen".

Verwante begrippen

• [2]:  furet bn 

Opmerkingen

• Nynorsk:  vêrbiten bn