vågal

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • vå·gal

Bijvoeglijk naamwoord

vågal

  1. doldriest, gevaarlijk, gis, hachelijk, riskant
  2. gewaagd
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud vågal vågalere vågalest
o enkelvoud vågalt
meervoud vågale
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
vågale vågalere vågaleste
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: vågal bekledning
gewaagde kleding


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • vå·gal

Bijvoeglijk naamwoord

vågal

  1. doldriest, gevaarlijk, gis, hachelijk, riskant
  2. gewaagd
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud vågal vågalare vågalast
o enkelvoud vågalt
meervoud vågale
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
vågale vågalare vågalaste
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: ein vågal kjole
een gewaagde jurk