uvêr

Uit WikiWoordenboek


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • uvêr
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   uvêr     uvêret     uvêr     uvêra  

Zelfstandig naamwoord

uvêr, o

  1. (meteorologie) noodweer, onweer, slecht weer, storm, stormweer
    «Uvêr med sterk vind og høge bølgjer øydela delar av anlegget og gjorde at laksen kunne rømme.»
    Onweer met harde wind en hoge golven vernietigde delen van de inrichting voor de zalmkweek en lieten de zalm ontsnappen.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Zelfstandig naamwoord

uvêr

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van uvêr