uurwijzer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uur·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uur en wijzer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uurwijzer | uurwijzers |
verkleinwoord | uurwijzertje | uurwijzertjes |
Zelfstandig naamwoord
de uurwijzer m
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uurwijzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uurwijzer" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be