uttaler

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ut·ta·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse werkwoords- en zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ut-
Naar frequentie 16861

Werkwoord

uttaler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van uttale

Zelfstandig naamwoord

uttaler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van uttale


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ut·ta·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse werkwoords- en zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ut-

Werkwoord

uttaler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van uttala
Schrijfwijzen

Werkwoord

uttaler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van uttale
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

uttaler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van uttale
Schrijfwijzen