utredare
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- ut·re·da·re
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Zweedse werkwoord utreda met het voorvoegsel ut- en met het achtervoegsel -re
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | utredare | utredaren spreektaal: utredarn |
utredare | utredarna |
genitief | utredares | utredarens spreektaal: utredarns |
utredares | utredarnas |
Zelfstandig naamwoord
utredare, g
- onderzoeker, opsporingsambtenaar (mannelijke vorm)
- onderzoekster, opsporingsambtenares (vrouwelijke vorm)
Synoniemen
- [1-3]: undersökare