utlösa

Zweeds

Uitspraak

• Geluid:  utlösa    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ut·lösa

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Zweedse werkwoord lösa met het voorvoegsel ut-

Naar frequentie	15553

stamtijd
infinitief	verleden tijd	supinum
utlösa	utlöste	utlöst
	volledig

Werkwoord

utlösa + accusatief

1. overgankelijk activeren, aandoen, berokkenen, in werking stellen, ontketenen, veroorzaken

Synoniemen

   

aktivera börja framkalla få att starta orsaka starta sätta igång

Afgeleide begrippen

   

utlösare utlösbar utlösning utlösningsanordning utlösningsknapp utlösningsmekanism

Typische woordcombinaties

• utlösa bestörtning

ontsteltenis veroorzaken

• utlösa brandlarm

brandalarm in werking stellen