utility
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uti·li·ty
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | utility | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
utility
- (informatica) klein programma dat één bepaalde functie kan verrichten
- nutsbedrijf
Synoniemen
- [1] hulpprogramma
Verwante begrippen
- [1] tool
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'utility' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "utility" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be