Naar inhoud springen

utiliteit

Uit WikiWoordenboek
  • uti·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord utiliteit utiliteiten
verkleinwoord

deutiliteitv

  1. de mate waarin iets bruikbaar is
  2. een toestel dat zijn nut bewijst
  3. een organisatie die een nuttige dienst levert, zoals stroom of water
91 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]