utilisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uti·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | utilisme | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het utilisme o
- filosofische stroming die stelt dat pijn moet worden bestreden en geluk moet worden bevorderd
- Sinds twee eeuwen gebruiken voorstanders van dierenrechten het argument dat dieren emoties zoals pijn kunnen ervaren. De Brit Jeremy Bentham (1748-1832) is met deze idee de grondlegger van het utilisme, een ethische stroming die stelt dat pijn moet worden bestreden en geluk bevorderd. Volgens Bentham zijn „alle wezens die in staat zijn om te lijden, dragers van rechten.” [2]
- Deze filosofische tekortkoming [het niet kunnen overzien van alle gevolgen van je handelen] maakte dan ook dat Verlichtingsdenker Immanuel Kant (1724-1804) radicaal afstand nam van het utilisme en een van de meest invloedrijke protagonisten in Europa werd van een ethiek die er haaks op stond: de deontologie (of plichtenethiek, van het Griekse woord deon, wat ‘plicht’ betekent). [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord utilisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "utilisme" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Michiel Kerpel 24-05-2012 Mensaap en dolfijn: personen met rechten
- ↑ NRC Rob Wijnberg 10 september 2008 Waar ligt de moraal: in de daad of in de gevolgen?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -isme in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 80 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %