urbaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ur·baan
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘stads-, steeds’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • uit het Frans [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen urbaan urbaner urbaanst
verbogen urbane urbanere urbaanste
partitief urbaans urbaners -

Bijvoeglijk naamwoord

urbaan [3]

  1. zoals gebruikelijk in een stad
    • De Bougainville heeft een standbeeldje bij een stel treurige kokospalmen aan de rand van een bedompt urbaan mengsel van beton en verkeer.[4] 
    • Nee, het gaat over een zeer modern en gedisciplineerd leger dat in een overbevolkte omgeving vecht tegen splintergroeperingen die zich hebben ingegraven in een urbaan landschap.[5] 
    • Nil en Lucky zijn verliefd. Zo verliefd dat ze het uitschreeuwen en elkaar wel kunnen verzwelgen. Maar daar is geen tijd voor. Want ze zijn op de vlucht voor Nils wraakzuchtige Turkse broers en haar gekrenkte bruidegom en voor Lucky’s Roma-familie, die hen wil helpen maar ook vindt dat het uit moet zijn met die passie. Maar passie, daar draait het om in het leven. Dat denkt ook regisseur Tony Gatlif. De Frans-Algerijnse Roma-regisseur levert met Geronimo de West Side Story van post-urbaan Europa af. Muziek speelt in al zijn films een rol, maar met de mix van zigeunermuziek, flamenco, Turkse traditionals en de rap en breakdance-battles van de Franse banlieues is hij gretiger, en ongeremder dan ooit.[6] 
  2. hoffelijk en beleefd
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen