ulk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
[A], [B], [C] enkelvoud meervoud
naamwoord ulk ulken
verkleinwoord ulkje ulkjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de ulkv / m

  1. (visserij) gedraaide schelp
     Hij deelde ons mee dat de wulken (of ulken, escargot in 't Frans), zeer schaars zijn met als gevolg weinig aanbod en een zeer hoge prijs.[7]
Synoniemen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[B] de ulkm

  1. bunzing, fret
     Een bunzing heet in de Achterhoek een ulk, een leuke naam voor een bloeddorstige moordenaar.[8]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk / onzijdig zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[C]ulk m / o

  1. (groente) ui, Allium cepa op Wikispecies

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[D] de ulkm

  1. (visserij) (verouderd) benaming voor schorpioenvisachtigen Scorpaeniformes op Wikispecies
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ulk (schelp) op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. ulk (bunzing) op website: Etymologiebank.nl
  5. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  7. Bronlink geraadpleegd op 16 september 2023 Weblink bron Brief uit Yerseke (20 september 1947) in: Het Nieuw Visscherijblad, jrg. 2 nr. 36 (26 september 1947), S. Bollinne, Ostende, p. 10 kol.4
  8. Bronlink geraadpleegd op 16 september 2023 Weblink bron Proficiat als profetie in: Jan Campert-stichting Jaarboek 2010. (2010), Jan Campert-stichting, Den Haag, ISBN 9789490742027, p. 71


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
  • [2]: Afkomstig van het Nederduitse woord  ulk zn  ("pad")
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ulk     ulken     ulker     ulkene  
genitief   ulks     ulkens     ulkers     ulkenes  

Zelfstandig naamwoord

ulk, m

  1. (scheepvaart) afgehard oude zeeman met een tanig aanzien, gekenmerkt door vele jaren van het leven op zee, zeebonk
  2. (straalvinnigen) (dialect) schorpioenvisachtige, benaming voor vissen uit de orde Scorpaeniformes op Wikispecies (Noors: ulkefisker)
Schrijfwijzen
Hyperoniemen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
  • [3]: Afkomstig van het Nederduitse woord  ulk zn  ("pad")
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ulk     ulken     ulkar     ulkane  

Zelfstandig naamwoord

ulk, m

  1. totaal verliederlijkte man
  2. (scheepvaart) afgehard oude zeeman met een tanig aanzien, gekenmerkt door vele jaren van het leven op zee, zeebonk
  3. (straalvinnigen) schorpioenvisachtige, benaming voor vissen uit de orde Scorpaeniformes op Wikispecies (Nynorsk: ulkefisk, Noors: ulkefisker)
Schrijfwijzen
Hyponiemen