uitwijzen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitwijzen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·wij·zen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit bw  en  wijzen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitwijzen	wees uit	uitgewezen
klasse 1	volledig

Werkwoord

uitwijzen

1. overgankelijk na een juridisch proces naar een ander land sturen

   • Hij werd uitgewezen naar zijn geboorteland. 

2. overgankelijk de waarheid aan het licht brengen

   • Dit wijst uit dat er geen verband bestaat tussen die twee zaken. 

   ▸ De tijd zou uitwijzen wat de gevolgen van mijn lange afwezigheid zouden zijn op mijn kinderen.

Synoniemen

• [2] verduidelijken

Vertalingen

    1. na een juridisch proces naar een ander land sturen   

Duits: ausweisen (de) Engels: extradite (en)

Frans: expulser (fr) Spaans: expulsar (es)

    2. de waarheid aan het licht brengen   

Duits: zeigen (de) Engels: ascertain (en)

Frans: montrer (fr), révéler (fr) Spaans: demostrar (es)

Gangbaarheid

• Het woord uitwijzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitwijzen" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.