uitwerken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en werken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitwerken |
werkte uit |
uitgewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitwerken
- nauwkeuriger maken van wat al in grote lijnen is bepaald
- De ambtenaren moeten de plannen van het kabinet uitwerken.
- Hij maakte altijd prachtige plannen maar uitwerken van de details liet hij altijd aan andren over.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitwerken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %