uitschakelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitschakelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·scha·kelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschakelen |
uitschakelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen
- ... dat jij uitschakelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen
- ... dat hij uitschakelt.
- ▸ Dit is een merkwaardige uitvinding die door middel van uv-licht alle parasieten en bacteriën in het water binnen negentig seconden uitschakelt.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers