uitkijktoren
Uiterlijk
- uit·kijk·to·ren
- samenstelling van uitkijk en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitkijktoren | uitkijktorens |
verkleinwoord | uitkijktorentje | uitkijktorentjes |
de uitkijktoren m
- een hoog en smal gebouw dat dient om ver in de omgeving te kunnen kijken als men op de top van dit gebouw is
- Zelf heb ik een haat-liefdeverhouding met onze beroemde uitkijktoren. Decennialang werd de betonnen wederopbouwpaal ons opgedrongen op ansichtkaarten en tijdschriften als hét icoon van Rotterdam, terwijl wij Rotterdammers het idee hadden inmiddels al veel verder te zijn in onze ontwikkeling als moderne stad. Daarnaast heb ik een onvoorspelbare vorm van hoogtevrees, waardoor ik van tevoren nooit weet of ik ga genieten van het spectaculaire uitzicht of in doodsangst de lift onmiddellijk weer terug naar beneden moet nemen. Maar nu de Euromast (of „Ui-ro-mast”, zoals ik het toenmalig minister Els Borst ooit hoorde uitspreken) eindelijk in Rotterdamse handen is, ga ik proberen de grootste paal van Nederland alsnog te omarmen. En heb op hoop van zegen voor zaterdag alvast een tafeltje (aan het raam!) gereserveerd. [1]
- Het woord uitkijktoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitkijktoren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Mirjam de Winter 13 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be