uithuwelijken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·hu·we·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en huwelijken ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uithuwelijken |
huwelijkte uit |
uitgehuwelijkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uithuwelijken
- overgankelijk een huwelijk arrangeren voor een meisje
- Ze werd uitgehuwelijkt aan de voormalige vijand om de vrede te bezegelen.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord uithuwelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uithuwelijken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %