uitgeruste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·rus·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitrusten…
verbogen vorm: uitgerustee

uitgeruste

  1. verbogen vorm van uitgerust, voltooid deelwoord van uitrusten

Bijvoeglijk naamwoord

uitgeruste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van uitgerust
     De met kernwapens uitgeruste Tupolev 16 van de Sovjet-Unie zou een spitsroedeloop met achthonderd jachtvliegtuigen niet overleven wanneer ze Zweden probeerden aan te vallen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767