uitgaanstenue
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·gaans·te·nue
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitgaanstenue | uitgaanstenues |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uitgaanstenue v / m, het uitgaanstenue o
- kleding voor feestelijke gelegenheden, controles of voorlichting
- ▸ Zoveel spaarzaamheid is prijzenswaardig, maar geen gezicht. Daarom trekt de gemeente Berkelland 40.000 euro uit om alle brandweerlieden van een nieuw uitgaanstenue te voorzien.[2]
- ▸ Ik heb wel eens een klassiek concert in Wenen bijgewoond: niet één hobbezak of ruitjeshemd, iedereen in uitgaanstenue, een feest voor het oog.[3]
Synoniemen
Vertalingen
1. kleding voor feestelijke gelegenheden, controles of voorlichting
Gangbaarheid
- Het woord uitgaanstenue staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Brandweer wil af van 'afdankertjes'” (17-06-2010), Tubantia
- ↑ Weblink bron MATT DINGS“Meer zwier in de foyer s.v.p.” (24/05/2012), HP de Tijd