uitbeelden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitbeelden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·beel·den

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit bw  en  beelden  (verouderd werkwoord)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitbeelden	beeldde uit	uitgebeeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

uitbeelden

1. overgankelijk in beeld voorstellen

   • Dit toneelstuk beeldde vooral de spanning van die moeilijke dagen goed uit. 

Vertalingen

    1. in beeld voorstellen   

Duits: darstellen (de) Engels: depict (en) Frans: représenter (fr)

Spaans: representar (es) Zweeds: agera (sv)

Gangbaarheid

• Het woord uitbeelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitbeelden" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.