uienteelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·en·teelt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uienteelt uienteelten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uienteeltv / m

  1. het kweken van uien
    • In Nederland wordt jaarlijks zo'n vijftig duizend ton plantuien geproduceerd. De afspraken rondom de uienteelt zijn aan het licht gekomen door anonieme tips.[2] 
    • En die uien - siepels op zijn Twents - verwijzen naar het verleden waarin rond Ootmarsum de uienteelt een hoge vlucht nam en er wekelijks sprake was van een levendige handel op de Markt.[3] 
    • Minister Veerman van Landbouw heeft de uienteelt gered door twee verboden bestrijdingsmiddelen toch weer tijdelijk toe te laten.[4] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant ROSA VEENSTRA 5 februari 2013,
  3. Volkskrant Frans van Schoonderwalt 18 november 2000
  4. Volkskrant 31 juli 2002
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be