uiensaus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·en·saus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uiensaus uiensausen
uiensauzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

uiensaus v/m [1]

  1. een saus gemaakt van uien en met de smaak van uien
    • De uiensaus in het recept vraagt wel wat tijd omdat de uien heel lang fruiten. Daardoor worden ze zoet en zacht. En geurig. Maar dat duurt dus wel even.[2] 
    • De uien moeten in net genoeg vocht en olijfolie smoren zodat ze mooi karamelbruin worden en niet aanbranden. Ik heb een zeer krachtige runderbouillon gebruikt, maar u kunt er kippenbouillon of zelfs water voor in de plaats gebruiken. Na 3 uur stoven u zult u ongeveer 5 deciliter uiensaus overhouden.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Geertje Bikker-Otten 06-03-2017 Recept: jus zonder vlees
  3. NRC Kim Maclean 11 januari 2001 PASTA MET UIENSAUS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be