twinset

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

twinset
Uitspraak
Woordafbreking
  • twin·set
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord twinset twinsets
verkleinwoord twinsetje twinsetjes

Zelfstandig naamwoord

twinset m [2]

  1. (kleding) dun dames truitje met een bijpassend vest
    • Toch is de koningin absoluut geen koukleum, vindt Droogendijk. ,,Alleen op de sloep droeg ze even een omslagdoek. Verder bedekte ze haar kleding niet, dat zou ook zonde zijn geweest. Met alleen een twinset en een dunne panty was het behoorlijk fris. [3] 
    • Download de breipatronen door links op de button te klikken. Van het lichtroze twinset is het vestje te downloaden via de onderste button hier links. [4] 
     Haar moeder zat in een fauteuil aan de ene lange kant van de salontafel, keurig gekleed in een plissérok en een groene twinset, kasjmier waarschijnlijk, en een eenvoudige ketting met één rij parels.[5]

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. twinset op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Tubantia Peter Winterman 10-01-17 Rechterhandschoen Máxima verraadt waterkou in Zwolle
  4. De Telegraaf 04 jan. 2016 14 mrt. 2014 Chic voor weinig
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be