tweehonderdje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderd
  2. geldbiljet met een waarde van tweehonderd euro of andere munteenheid
    • Kunt u een tweehonderdje wisselen in kleingeld? 


Gangbaarheid