tweeën
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·en
Zelfstandig naamwoord
de tweeën mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord twee
- Hij had een koning, twee tweeën en een drie.
Zelfstandig naamwoord
tweeën
Uitdrukkingen en gezegden
- Zijn waren met zijn tweeën.
Zij waren twee in getal.