turven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tur·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tellen met een groep van streepjes’ voor het eerst aangetroffen in 1911 [1]
  • afgeleid van turf [2]

Zelfstandig naamwoord

de turvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord turf
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
turven
turfde
geturfd
zwak -d volledig

Werkwoord

turven [3]

  1. tellen in groepen van vijf streepjes
    • De wilde bij is van enorm belang, zo bespaart de 'gratis arbeider' de mensheid jaarlijks miljarden euro's. Toch weten we relatief weinig van de hardwerkende insecten. Onderzoekers willen hier verandering in brengen met de eerste Nationale Bijentelling dit weekend, waarbij iedereen wordt gevraagd om in de tuin of op het balkon het aantal bijen te turven.[4] 
Vertalingen


Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen