turnpantoffel

1. lichte schoen, vaak gedragen bij het sporten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  turnpantoffel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtʏr^ənpɑnˌtɔfəl / (4 of 5 lettergrepen)

Woordafbreking

• turn·pan·tof·fel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  turn ww  en  pantoffel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	turnpantoffel	turnpantoffels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de turnpantoffel v / m

1. (kleding) lichte schoen met een laag model van soepel materiaal, vaak gedragen bij het sporten

   • "De witte turnpantoffel zoals de meesten van ons gedragen hebben, is een halve eeuw geleden ontworpen. Sindsdien is hij niet meer aangepast”, vertelt Daems in Gazet van Antwerpen. “In turnlessen doen we niet enkel aan klassiek toestelturnen, maar wordt er ook gelopen en gevoetbald. (…) Uiteindelijk kwamen ze naar voren met een stevigere versie van de turnpantoffel. 

Synoniemen

• gympie, gymschoen

Hyperoniemen

• sportschoen

Gangbaarheid

• Het woord turnpantoffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "turnpantoffel" herkend door:

43 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.