tupperware

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Tupperware


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tup·per·ware
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tupperware
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tupperwareo

  1. verzamelterm voor kunststof bakjes die met een deksel luchtdicht kunnen worden gesloten
     Na het avondeten – voor degenen zonder geld voor megaburgers: blikken Unox-soep en knakworsten, macaroni in tupperware – wordt er gefeest.[1]
     Aan de picknicktafels zijn nu elektrische fietsers neergestreken met thermoskan en tupperware.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 oktober 2021 Weblink bron
    Tristan Theirlynck
    “Hedonistische biotoop” (23 juli 2021) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 oktober 2021 Weblink bron
    Hans Steketee
    “Je hebt hier weinig wegwijzers nodig” (28 september 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be