tuigde over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuig·de over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overtuigen

tuigde over

  1. enkelvoud verleden tijd van overtuigen
    • Ik tuigde over. 
    • Jij tuigde over. 
    • Hij, zij, het tuigde over. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid