tuig over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuig over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overtuigen

tuig over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen
    • Ik tuig over. 
  2. gebiedende wijs van overtuigen
    • Tuig over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen
    • Tuig je over? 
Verwante begrippen

Gangbaarheid