tufsteen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

grijze tufsteen
Uitspraak
Woordafbreking
  • tuf·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tufsteen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tufsteen m/o

  1. (geologie) lichte, poreuze, vulkanische steensoort
    • Van Pou Hakanononga, de god van de tonijnvissers, raakte onlangs bekend dat het uit de veertiende eeuw dateert en daarmee het oudste tot nog toe bekende beeld van het Paaseiland is. In een pittoresk zwart-witfilmpje werd het transport vastgelegd: van de Rana Rarakuvulkaan, de groeve die de tufsteen leverde en later uitgroeide tot een rituele plek, naar het Belgische zeilschip de Mercator.[6] 
    • In de bouwput waar de gemeente binnenkort 40 appartementen en horeca laat bouwen, kwam veel tufsteen naar boven. Daarmee bouwden de Romeinen ook.[7] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen