truiendag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trui·en·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord truiendag truiendagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de truiendagm

  1. dag waarop men de thermostaat van de verwarming lager zet om energie te besparen
    • In gemeentelijke gebouwen ging gisteren de thermostaat niet omlaag. Maar alle vestigingen van Saxion Hogeschool (Enschede, Hengelo, Deventer en Apeldoorn) deden wel mee aan de Nationale Warme Truiendag. [1] 
    • Op vrolijke muziek gedragen ze zich als ervaren fotomodellen. Alle kinderen van de Freinetschool dragen op deze landelijke warme truiendag een witte trui. Die hebben ze zelf versierd met teksten, namen, strikjes, mutsen en afbeeldingen. [2] 
    • Het leidde er toe dat ze het afgelopen half jaar gedurende het stookseizoen maar liefst 168 energiebesparende acties uitvoerden, waarmee in het kader van de wedstrijd punten konden worden verdiend. Daarbij ging het zowel om concrete maatregelen (waterbespaarders in huis, vervanging gloeilampen door ledlampen, extra tochtstrippen, autovrije dag) als om acties om aandacht te vragen voor de klimaatverandering (voorlichtingslessen op basisscholen, warme truiendag). [3] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen