truck
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- truck
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vrachtwagen’ voor het eerst aangetroffen in 1931 [1]
- Leenwoord uit het Engels. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | truck | trucks |
verkleinwoord | truckje | truckjes |
Zelfstandig naamwoord
truck m
- (verkeer) vrachtauto waarvan de aanhangwagen op een draaibaar onderstel zit
- (verkeer) het zelfrijdende deel van een vrachtwagen-opleggercombinatie
- (verkeer) open vrachtwagen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vrachtauto waarvan de aanhangwagen op een draaibaar onderstel zit
2. het zelfrijdende deel van een vrachtwagen-opleggercombinatie
3. open vrachtwagen
Gangbaarheid
- Het woord truck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "truck" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "truck" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ truck op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be