trok voort
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trok voort (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trok voort
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorttrekken |
trok (...) voort
- enkelvoud verleden tijd van voorttrekken
- Ik trok voort.
- Jij trok voort.
- Hij, zij, het trok voort.
- Ik trok voort.