tripelspiegel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tri·pel·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tripel en spiegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tripelspiegel | tripelspiegels |
verkleinwoord | tripelspiegeltje | tripelspiegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de tripelspiegel m
- drie spiegels onder hoeken van 90 graden met de spiegelende kanten naar elkaar toe geplaatst
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tripelspiegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.