trifolium

Nederlands

[1] trifolium

[2] trifolium

Uitspraak

• Geluid:  trifolium    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tri·fo·li·um

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	trifolium
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het trifolium o

1. Trifolium  (plantkunde) klaver

   ▸ Beter geschikt voor de moestuin is de inkarnaatklaver of rode topklaver (Trifolium incarnatum), die sneller groeit en gemakkelijker kan worden ondergespit.

2. (wiskunde) wiskundige figuur met 3 lussen

Gangbaarheid

• Het woord 'trifolium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trifolium" herkend door:

49 %	van de Nederlanders;
50 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.