tricht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tricht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tricht | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tricht [2]
- drecht, overvaart, doorwaadbare plaats
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tricht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.