triage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tri·a·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van triëren met het achtervoegsel -age [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | triage | triages |
verkleinwoord | triagetje | triagetjes |
Zelfstandig naamwoord
de triage v
- sortering, selectie en rangschikking, het uitzoeken of schiften (b.v. van slachtoffers bij rampen voor een snelle specialistische behandeling)
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord triage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "triage" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ triage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be