trens
Uiterlijk
- trens
| [A] | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | trens | trenzen trensen |
| verkleinwoord | trensje | trensjes |
[A] de trens m
- (waterbeheer) sloot, met name een die de grens tussen twee plantages markeert
- Aan de Indira Gandhiweg ter hoogte van Fernandes Bottling is vrijdagmiddag een lijk in de trens ontdekt door een oplettende voorbijganger.[4]
| [B] | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | trens | trenzen |
| verkleinwoord | trensje | trensjes |
- verstevigd oog, knoopsgat of rand van een stuk weefsel
- (paardrijden) een eenvoudig soort bit bestaande uit twee ringen en een verbindingsstuk. [5]
- (sport) (boogschieten) de extra omwikkeling van de pees van een boog waar de pijl genokt wordt[6]
| vervoeging van |
|---|
| trenzen |
[B] trens
- Het woord trens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trens" herkend door:
| 31 % | van de Nederlanders; |
| 21 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ trens (afwateringskanaal) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ trens (touw) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Ware Tijd 15 nov 2013
- ↑ bokt.nl
- ↑ handboogvereniging Odysseus
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Paardrijden in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 31 %
- Prevalentie Vlaanderen 21 %