treife

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trei·fe
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen treife
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

treife

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) ritueel niet-geoorloofd
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) ongunstig, verdacht
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

9 % van de Nederlanders;
7 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen